juni 4, 2025 morenomaugliani

De moderne fascist schreeuwt niet meer. Hij praat.

gruppo di manifestanti

We maken de klassieke fout om fascisme alleen als iets uit het verleden te zien. Alsof het alleen bestaat in zwart-witbeelden, laarzen en marcherende menigten. Maar fascisme is geen museumstuk. Het is een kameleon. En vandaag draagt het een glimlach.

In De Groene Amsterdammer las ik een artikel van cultuurfilosoof Thijs Lijster dat me diep raakte. Het ging over hoe het fascisme zich opnieuw heeft uitgevonden. En hoe moeilijk het daardoor te herkennen is geworden.

Theodor Adorno zei het al in 1967:

“Als we fascisme willen begrijpen – en als we het willen bestrijden, moeten we het begrijpen – dan moeten we het leren herkennen in zijn hedendaagse vorm.”

Volgens historicus Roger Griffin herken je fascisme aan vier elementen: nationalisme, populisme, reactionair denken en het mythische idee van wedergeboorte. Of, zoals we vandaag zeggen: eerst ons eigen volk, weg met de elite, terug naar vroeger, make X great again. Die cocktail kan gewelddadig zijn, maar hoeft dat niet. Soms is ze vooral… gezellig.

De hedendaagse fascist komt niet meer om te sterven voor het vaderland. Hij komt om te genieten. Hij wil vlees eten, vuurwerk afsteken, 130 km/u rijden — zelfs als ziekenhuizen waarschuwen voor personeelstekorten. Zijn vrijheid is niet universeel, maar selectief. Ze geldt vooral voor mensen die op hem lijken. Wie daar niet in past — moslima’s met een hoofddoek, trans personen, mensen met een accent — bedreigt zijn comfortabele bubbel.

In die bubbel worden woorden zoals “solidariteit” of “grenzen stellen aan vrijheid” verdacht. Het is de vrijheid om anderen uit te sluiten, maar niet de vrijheid om kwetsbaren te beschermen.

En terwijl Europa de mond vol heeft van “vrijheid van meningsuiting”, censureert Amerika wetenschappelijke rapporten over klimaat, gender en inclusie. Zoals Thijs Lijster terecht opmerkt: de Amerikaanse senator J.D. Vance verwijt Duitsland en het VK dat ze de vrijheid beknotten… terwijl in zijn eigen land boeken worden gebannen die het woord “transitie” bevatten.

We glijden langzaam af. Eén norm tegelijk. Eén onschuldige grap, één belediging, één nieuw wetje tegelijk. Het is de dynamiek die historicus Ian Kershaw beschreef als “working towards the Führer”: de leider hoeft niets meer op te dragen. Zijn volgelingen weten zelf wel wat hij wil. En gaan verder dan hij ooit zou durven.

In Nederland dragen sommige opvangcentra borden met: “Hier werken we aan uw terugkeer.” Geert Wilders tweette na de val van Assad: “Vier het einde van de ramadan met uw familie. In Syrië. Niet hier. Doei.”

En ondertussen blijven we verbaasd: hoe is het zover gekomen?

Misschien is de betere vraag: wanneer zijn we gestopt met opletten?

 

  • Deel dit artikel

Ontdek meer van Moreno Maugliani

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.