juni 22, 2025 morenomaugliani

Een wereld van papier

Tussen de ruïnes van een bibliotheek verdwijnen verleden, identiteit en toekomst.

interno di una casa bombardata

Toen ik de foto’s zag die mijn broer me stuurde, probeerde ik me het moment van de verwoesting voor te stellen. Ik dacht aan de auteurs van de boeken in mijn bibliotheek. Hebben ze het gevaar zien aankomen? Waren ze bang? Hebben ze geprobeerd te vluchten? Ik stelde me hun personages voor, op zoek naar een veilig heenkomen, terwijl de bibliotheek instortte. Ze zijn nu dood. En ik zit hier, rouwend om hun verlies.

De bibliotheek bevond zich in een appartement in een flatgebouw dat nog niet was gebombardeerd. Israëlische soldaten gebruikten het als uitvalsbasis, vanwege de strategische ligging. Toen ze het pand verlieten, bombardeerden ze het.

Atef Abu Saif — schrijver, politicoloog en voormalig minister van Cultuur van de Palestijnse Autoriteit — had daar een bibliotheek van zo’n duizend boeken opgebouwd. Hij was ermee begonnen toen hij vijftien was. Hij vertelt over zijn diepe liefde voor boeken. Het mooiste moment was als hij genoeg zakgeld had gespaard om naar de boekwinkel te gaan en een stapel boeken te kopen.

Thuis ging hij dan in het midden van zijn kamer zitten, nam de boeken één voor één vast, raakte ze aan, rook eraan.

“Ik herinner me de geur van elk boek,” zegt hij. “Dat ritueel maakte integraal deel uit van mijn relatie met boeken en de verhalen die ze bevatten.”

Hij heeft gezien hoe het huis waar hij geboren en getogen was, werd verwoest door een bombardement. En toch deed dat minder pijn dan het moment waarop zijn broer hem via WhatsApp de foto’s stuurde van het ingestorte gebouw waar zijn bibliotheek was. De uitvalsbasis was niet langer nodig. Het gebouw werd gebombardeerd. “Dat waren de appartementen waar ik hoopte mijn leven weer op te bouwen, na de oorlog.” Ik glimlach bitter, en tegelijkertijd bewonder ik de kracht van die hoop.

“Natuurlijk, ik kan de boeken opnieuw kopen,” legt Saif uit. “Maar er zijn drie schatten die ik voor altijd verloren heb.”

De eerste: de boeken die hij van zijn vader had geërfd.

Als kind ontdekte hij zijn liefde voor lezen en schrijven door telkens weer dezelfde boeken uit de kleine boekenkast van zijn vader te lezen. Klassiekers uit de Arabische cultuur, die hij verslond vanuit elke mogelijke invalshoek. Ze hielpen hem leren lezen, zich uitdrukken, schrijven — ook technisch. Hij herinnert zich nog de dag waarop hij zijn vader vroeg of hij die boeken mee naar zijn eigen huis mocht nemen, toen hij op zichzelf ging wonen.

Dan zijn er de vier delen van het woordenboek Al-Qãmus al-Muhīt, een klassieker uit de veertiende eeuw.

Hij vertelt hoe zijn moeder uitstapte uit een taxi die terugkwam van de Jordaanse grens, hem aankeek en zei: “Kom je cadeau halen,” terwijl ze naar de kofferbak wees. Hij kon zijn ogen niet geloven. Die zware dozen voelden voor hem gewichtloos aan. Elke dag opende hij er een willekeurige pagina van. Naast de woorddefinities stonden er grammaticale regels en verwijzingen naar klassiekers uit de Arabische literatuur. Een goudmijn.

En dan waren er de handschriften van zijn eerste vier romans.

“Ik begin altijd met een eerste versie op papier. Pas daarna werk ik op de computer.”
“Mijn personages hebben geluk,” zegt hij. “Terwijl ik schrijf, zie ik hen leven, wandelen om me heen. En als het boek af is, leg ik het manuscript op een plank in de bibliotheek. Daar leven ze verder. Daar zijn ze veilig. Ze hoeven de verwoesting niet te zien. Niet door de straten van hun jeugd te dwalen en die amper nog te herkennen.”

Er waren ook zeven korte verhalen, geschreven in de gevangenis in 1992, toen hij werd gearresteerd en vastgehouden in Israël voor zijn deelname aan de Eerste Intifada. “Ik ‘publiceerde’ ze door ze aan de muur van mijn cel te hangen. Mijn celgenoten waren mijn eerste en enige lezers. Toen ik vrijgelaten werd, nam ik ze mee. Ik heb ze nooit gepubliceerd, maar sprak er onlangs nog over met mijn Arabische uitgever.”

Als ik bij mensen op bezoek ben, kijk ik altijd even naar hun boekenkast.
Het is een feilloze manier om hun portret te vervolledigen. Wat iemand leest, verraadt wat hij voelt, waar hij naar zoekt. En het hoeven geen non-fictieboeken te zijn. Ook de keuze voor bepaalde romans en genres zegt veel. Het is een innerlijke zoektocht — als ik naar mijn eigen praktijk kijk — maar ook een fysieke getuigenis van iemands reis. Veranderende interesses, dromen, teleurstellingen.

Het gaat hier niet om iets dat — hoe moeilijk ook — herbouwd kan worden.

Het gaat om iets dat het verhaal van een mens draagt.

Het is alsof je hem berooft van zijn verleden, en erger nog: van zijn toekomst.


Dit artikel is geïnspireerd op een tekst van Atef Abu Saif, gepubliceerd in De Groene Amsterdammer (149/24).

  • Deel dit artikel

Ontdek meer van Moreno Maugliani

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.