mei 8, 2024 morenomaugliani

Cognitive Load Theory Uitgelegd: Praktische Tips voor Leraren

Cognitive Load Theory in de klas

Cognitive Load Theory (CLT) is een theorie ontwikkeld door John Sweller en legt de rol uit van het kortetermijngeheugen in het leerproces.

Hoe het geheugen werkt

Het geheugen is de hoeksteen van het leerproces. Het bestaat uit 3 verschillende soorten geheugen:

  1. Zintuiglijk geheugen, d.w.z. het contactpunt tussen de persoon en de omgeving. De persoon registreert via de zintuigen prikkels uit de omgeving.
  2. Kortetermijngeheugen, waarbij de informatie die wordt ontvangen met het sensorische geheugen tijdelijk wordt opgeslagen in afwachting van vastlegging in het langetermijngeheugen.
  3. Langetermijngeheugen, waar nieuwe informatie wordt opgeslagen en gegroepeerd in schema’s.

Volgens de onderzoeken van Sweller is het kortetermijngeheugen zeer beperkt. Studies geeft aan dat het in staat is om tussen de 5 en 9 nieuwe stukjes informatie tegelijkertijd te ontvangen. Deze worden 15/30 seconden bewaard, afhankelijk van de complexiteit van de informatie, in afwachting van overdracht naar het langetermijngeheugen. Eventuele extra informatie wordt direct vergeten zonder dat deze wordt verwerkt.

Cognitive Load Theory in de klasCLT in de klas: tips en toepassingen voor leraren

Het bewust zijn van deze dynamiek is van groot belang om de meest geschikte onderwijsstrategie voor de leerling of groep vast te stellen. De toepassing ervan zal beslissende gevolgen hebben voor motivatie in leren, evenals voor metacognitie en leren.

  1. In de fase voorafgaand aan de introductie van nieuwe informatie is het noodzakelijk om het mogelijke niveau van voorkennis (opgeslagen in het langetermijngeheugen) te certificeren op de onderwerp of onderwerp. Om dit te doen is brainstormen een uitstekend hulpmiddel. Dit stimuleert tevens de activering van selectieve aandacht. De verschillende manieren om feedback te geven, zijn een perfecte ondersteuning in deze fase. Zodra het niveau en de kwaliteit van eerdere kennis is vastgesteld, moeten we daaraan strategieën bestuderen om nieuwe informatie te verankeren om de schema’s van het langetermijngeheugen op een logische manier te verbreden.
  2. Het doel van de les mag niet te ver verwijderd zijn van de uitgangssituatie van de leerling. Wanneer nieuwe informatie een te grote sprong vergt, zal er vrijwel zeker sprake zijn van overbelasting van het kortetermijngeheugen. Ook hier zou het negatieve domino-effect kunnen optreden, wat leidt tot verlies van motivatie.
  3. Bij het voorbereiden van lesmateriaal houdt de docent rekening met het soort aangeboden materiaal. Dit kan auditief of visueel zijn. De twee zijn helemaal niet op gespannen voet. Integendeel, de interactie tussen de twee garandeert een beter leerproces. Een overbelasting van het kortetermijngeheugen wordt in plaats daarvan gegarandeerd als de hoeveelheid en het type materiaal alleen visueel of alleen auditief niet is geoptimaliseerd. Als we bijvoorbeeld naar een tabel kijken, wordt onze aandacht automatisch verdeeld tussen het diagram en eventuele aanvullende tekst. Dezelfde overhead wordt verkregen door het aanbieden van een bijdrage waarbij verschillende soorten audio worden toegevoegd (bijvoorbeeld muziek + uitleg).